Telegraaf: Maak een feestje van je outfit!

Edith Dohmen, in de Telegraaf

Net zoals styliste Edith Dohmen (44) haar Limburgse accent niet verloochent, zo verstopt ze zichzelf ook nooit. Ze blijft altijd dicht bij zichzelf. De vrolijke lange blondine laat zich graag zien en het liefst in een kleurrijke, goed op elkaar afgestemde outfit. Vaak met hele grappige sokken. “Tja, broeken zijn door mijn lengte regelmatig aan de korte kant, dus dan moet je dat stukje ook bij de outfit betrekken. Sokken werden daardoor een van mijn favoriete style-items.”  

Edith brengt op 30 maart haar eerste boek Fashion is Fun uit. Een boek waarin ze de lezeres helpt haar eigen stijl te ontdekken, zich te kleden zodat ze zich goed voelt maar wat ze er vooral mee wil bereiken is dat vrouwen het plezier terugvinden in dat wat ze dragen. Iets wat ze ook op haar YouTube kanaal al jaren doet. “Vroeger op de kleuterschool kon je toch een verkleedkist induiken, er een prachtige jurk uitvissen en denken ‘ja, die doe ik aan!!’. Gewoon iets aantrekken omdat je je er fantastisch in voelde. Ongeacht hoe het er uit zou zien. En zo zou je je eigen kledingkast ook weer moeten benaderen. Terug naar dat oergevoel van leuke kleding dragen. Zonder dat het praktisch is of zo. Daar word je echt blij van en dat gevoel zou ik voor iedere vrouw willen.”

Edith werkte ruim tien jaar als styliste voor tijdschriften maar besloot in 2011 het roer om te gooien en haar eigen blog Style has no size te beginnen. “Het voelde alsof ik uit de kast kwam, omdat ik mijn stem liet horen over maten en diversiteit in de mode. Dat zag je zeker toen veel te weinig in de tijdschriften. Ik kreeg altijd zo ontzettend veel vragen over mijn eigen stijl en hoe ik me zo kon kleden met mijn lengte en maat, dat ik dat ook aan andere vrouwen wilde leren.” Dat deed ze onder andere door haar blogs maar ook met haar youtube kanaal en andere social media zoals Instagram bereikt ze zo’n 32.000 mensen die ze voorziet van alle informatie omtrent mode, trends en de beste manier waarop je bepaalde zaken combineert of draagt. “Fun terugbrengen in je kledingkeuze begint natuurlijk met een stukje zelfliefde of beter gezegd zelfacceptatie. Want als je altijd maar bezig bent om je grote borsten of brede heupen te verstoppen, dan kun je je niet vrij kleden. Ik heb mijn zelfacceptatie voor het grootste deel aan mijn moeder te danken. Zij was ook groot en droeg maat 44/46, maar ik heb haar nooit horen klagen of op dieet gezien. Zij leerde mij om van mezelf te houden. Maar ik snap heel goed dat niet iedereen zo’n opvoeding heeft gehad dus daarom dat ik in mijn boek ook dat stukje psychologie aanpak met leuke testjes en tips”

Edith richt zich dus op de vrouw die het plezier in kleding en zichzelf leuk aankleden gaandeweg is verloren. “Dat kan gekomen zijn omdat ze zichzelf is gaan verstoppen middels haar kleding, alleen maar praktisch bezig is of omdat ze zich opgelaten voelde door al die strenge moderegels. Ik ben wars van die regels en leg uit hoe je weer een feestje van je outfit kan maken. En dat hoeft natuurlijk niet met een soort clownspak. Als je zelf graag zwart draagt, dan heb ik ook voor die vrouw allemaal leuke tips.”

Edith is altijd al een beetje rebels geweest. Zij vindt het al jaren onzin dat je niet jezelf zou mogen zijn omdat je bijvoorbeeld een maatje meer hebt. “Waar ik voor sta is dat vrouwen zich echt niet zouden hoeven te laten beperken door een bepaalde maat, leeftijd of lengte bijvoorbeeld. Je kunt gewoon dragen wat jou vrolijk maakt en combineren kun je leren door te experimenteren en te kopiëren. Maar vrouwen vragen me altijd welke kleur ze moeten pakken of welke vorm ze hebben. Dus daarom leg ik in het boek nog maar een keertje uit hoe kleding optisch voor je kan werken en hoe je dat dan ook weer kunt loslaten en veel meer kunt gaan spelen met kleding. Want vrouwen vergeten nog weleens dat hun stijl ook hun eigen regels heeft.” Edith legt ook uit dat flatteren volgens haar het nieuwe f*word is. “Tja, op het moment dat je alle regeltjes kent en weet dat je benen er bijvoorbeeld optisch korter uitzien als je ¾ broeken draagt, dan kun je altijd nog zelf beslissen of je dat een punt vindt of niet. Ik draag kleding waarin ik me prettig voel en die ik leuk vind staan. Of het me flatteert interesseert me niet. Ik heb daar lak aan, het is toch mijn feestje?”

Tekst: Sabine Leenhouts